Maïs: tips voor eggen

Met eggen bespaart u op gewasbeschermingsmiddelen. Goed voor uw portemonnee en voor schoon water.

  • Een neteg en wiedeg zijn beiden goed geschikt bij onkruidbestrijding vóór opkomst van het gewas.
  • De tanddikte/lengte van de wiedeg, 5 of 6 cm, dient aangepast te zijn aan de grondsoort.
  • Kies de juiste werkbreedte bij de gebruikte zaaibreedte. Bij 6 rijïg zaaien hoort een 9 m of een 13,5 m brede eg.
  • Start zo ondiep mogelijk, een volgende bewerking kan wat dieper zijn.
  • De rijsnelheid is ongeveer 12-15 km/u. Kijk bij welke snelheid de beste bewerking plaatsvindt.
  • Eggen na opkomst van de maïs kan wel, maar is vaak minder effectief.

Werkwijze afstellen wiedeg
1. Zaaidiepte maïs vaststellen
2. Controleren wel of geen “witte draden” en op welke diepte
3. Vlakheid en kluiterigheid zaaibed beoordelen
4. Toplaag controleren op gewasresten

Toelichting bovenstaande werkwijze

  • Ad 1, zaaidiepte: maïs te ondiep (3 tot 5 cm)
  • Eg ondiep afstellen (2-3 cm)
  • Tandstand: slepend, rijsnelheid: afhankelijk van grondsoort, vlaklegging en kluiten
  • Ad 1, zaaidiepte: maïs te diep (> 5 cm)
  • Pas op met nog meer grond op het zaad aanbrengen!
  • Tandstand: slepend/licht stekend, rijsnelheid: afhankelijk van grondsoort, vlaklegging en kluiten
  • Ad 2: Geen witte draden
  • Eggen om egale kieming te krijgen en egalisatie van het zaaibed
  • Ad 3, controle zaaibed: te grof en te ongelijk zaaibed
  • Vraag u af of eggen zinvol is

Eggen na het spijkerstadium
Hoe goed de maïs het eggen na het spijkerstadium verdraagt, hangt hoofdzakelijk af van de groeizaamheid van het gewas en de rulheid/hardheid van de toplaag. Maïs is kwetsbaar in een natte, koude periode omdat het gewas amper groeit. Maïs verdraagt veel bij warm, droog weer en een toplaag die nog rul is.

  • Kom tijdens het eggen (in het begin) regelmatig van de trekker af om te controleren of de maïs niet afbreekt.
  • Rijsnelheid ca. 4-5 km/uur, tandstand bij voorkeur staand of licht stekend
  • Hoe zit het met de slemp- of stuifgevoeligheid? Meestal is een juiste grondbewerking bepalend voor slemp of stuifgevoeligheid.
  • Grond goed vlak en voldoende vast en niet te fijn
  • De structuur van de grond wordt gespaard door een vrij lage rijsnelheid in combinatie met een wat stekende tand

Net- of schakeleg

  • De schakeleg heeft geen instelmogelijkheden. Ook zijn de tanden vrij kort, zodat alleen voor opkomst geëgd kan worden. Specifieke voordelen t.o.v. de wiedeg is de lagere prijs.
  • Met de neteg is het ook mogelijk om aardappelruggen te eggen.
Dit bericht is geplaatst in Teelttips met de tags , , , . Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.