Intensivering landgebruik vormt risico voor waterkwaliteit

In de Brabantse land- en tuinbouw nemen intensieve teelten de laatste jaren in areaal toe. Dit heeft mogelijk consequenties voor de milieubelasting door gewasbeschermingsmiddelen, omdat deze belasting sterk verschilt tussen teelten. Uit onderzoek van CLM in opdracht van de provincie Noord-Brabant blijkt dat de verschuiving naar intensievere teelten tussen 2009 en 2019 in theorie een verhoging geeft van de milieubelasting van 3% en 14% voor respectievelijk grond- en oppervlaktewater. In deze studie is gerekend met een gestandaardiseerde milieubelasting om de factor ‘intensivering’ in beeld te brengen. In werkelijkheid zal deze milieubelasting anders zijn, omdat ook andere factoren een rol spelen. Zo werken Schoon Water telers in Brabant binnen hun eigen teelt al jaren aan verlaging van de milieubelasting, waardoor, ondanks deze intensivering, deze telers een daling van de milieubelasting realiseren.

Alleen analyse teeltintensivering
CLM heeft de impact van veranderingen in landgebruik op waterkwaliteit als gevolg van gewasbeschermingsmiddelen globaal in beeld gebracht. Hiervoor zijn data gebruikt van de arealen in Brabant in 2009, 2014 en 2009 en een gestandaardiseerde milieubelasting per teelt. Deze gestandaardiseerde waarde houdt geen rekening met ontwikkelingen binnen de teelt in de loop der tijd. Door met dezelfde milieubelastingswaarden te werken voor 2009, 2014 en 2019, is het mogelijk puur het belang van de factor ‘intensivering van teelten’ te analyseren.

Verschillen tussen theorie en praktijk
De milieubelasting van het water in Noord-Brabant blijkt tussen 2009 en 2019 door verschuiving van teelten verder onder druk te staan. Voor grondwater is de milieubelasting in 2019, als gevolg van verschuiving in de verhouding tussen teelten, in theorie drie procent hoger dan in 2009. Voor oppervlaktewater is dit zelfs 14%. Dit is met name het gevolg van een afname van het areaal mais en granen, en een toename van het areaal bollen, uien en aardappelen. Doordat hier geen rekening is gehouden met de ontwikkeling van de milieubelasting per teelt in de tijd, zal in werkelijkheid de ontwikkeling van de milieubelasting anders zijn. Tussen individuele bedrijven en tussen jaren kunnen grote verschillen optreden in de milieubelasting. Zo is op de percelen die meedoen aan het project Schoon Water in de periode 2011tot 2018 de gemiddelde milieubelasting van het oppervlaktewater naar schatting met 73% gedaald en van grondwater met 37%. De huidige studie onderschrijft het belang van aandacht voor intensieve teelten en voor projecten als Schoon Water waarin wordt gewerkt aan vermindering van deze milieubelasting.

Lees en/of download CLM-achtergrondrapport: Gevolgen voor milieubelasting van het water door verschuiving naar intensievere teelten in Noord-Brabant (pdf)

Dit bericht is geplaatst in Persberichten. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.