Groenbemesters

Groenbemesters: inwerken, keuze en beheer

Komend voorjaar staat het inwerken van de groenbemesters weer voor de deur. Droog onderwerken, zo nodig eerst klepelen en niet doodspuiten is het adbies vanuit Schoon Water. Er zijn diverse redenen om groenbemesters te zaaien. Ze zijn goed voor de organische stoftoevoer, waterhuishouding, voorkomen de uitspoeling van stikstof in de natte herfst en wintermaanden, en kunnen meehelpen bij de bestrijding van aaltjes. [Lees meer] over welke groenbemester u kunt kiezen en hoe die in te werken. Kortom groenbemesters zijn belangrijk voor bodemvruchtbaarheid en schoon water

1. Keuze groenbemester

Bodemstructuur

Het effect van een groenbemester hangt af van het type groenbemester en de diepte en intensiteit van de beworteling. Verschillende soorten groenbemesters leveren verschillende hoeveelheden effectieve organische stof (EOS). De EOS is het deel van de organische stof die ten goede komt van de humusopbouw in de bodem. Groenbemesters die, wanneer geslaagd, veel EOS opbrengen zijn o.a. Japanse haver, Italiaans raaigras met rode klaver (1100 kg EOS).

Foto 1 Gele mosterd wortelt tot 110cm en kan worden ingezet om bodemverdichting terug te draaien.

Foto 1: Gele mosterd wortelt tot 110cm en kan worden ingezet om bodemverdichting terug te draaien.

Diepe beworteling kan de bodem ten goede komen, omdat bodemverdichting kan worden tegengegaan en de grondstabiliteit verbeterd. Wanneer de bodem verdicht is kunnen bepaalde soorten groenbemesters worden ingezet om die verdichting terug te draaien. Zo wortelen rammenas en gele mosterd tot 110cm diepte als de grond hiervoor geschikt is (Foto 1). Ook verslemping kan worden voorkomen als de grondbedekking goed is, aangezien de regendruppels niet meer de kans krijgen de kluitjes uiteen te slaan die daarna de poriën vullen.

Stikstof

Sommige groenbemesters, zoals bladkool, Tagetes en bladrammenas, zijn zeer stikstofbehoeftig. Wanneer na de oogst dierlijke mest wordt uitgereden zijn deze soorten uitstekend om de stikstof de winter over te dragen. Dit voorkomt uitspoeling en maakt de stikstof beschikbaar voor het volggewas. Gele mosterd wordt snel verteerd, waardoor de stikstof weer verloren kan gaan, ondanks dat het gewas de N goed opneemt. Stikstofbindende soorten zoals rode en witte klaver en voederwikke zijn zelfvoorzienend in hun stikstofbehoefte.

Hou bij de bemesting van een groenbemester wel rekening met het doel van de teelt. Als een groenbemester met diepe beworteling, zoals rammenas of gele mosterd, wordt geteeld om bodemverdichting tegen te gaan, heeft het gewas minder stikstof nodig dan wanneer het wordt gebruikt om stikstof de winter over te dragen. Dit komt omdat wanneer voldoende voedingsstoffen beschikbaar zijn, de plant weinig energie steekt in de wortels en meer in de bovengrondse delen. Als de bodem armer is, moet de plant dieper wortelen om bij de voedingsstoffen te komen, waarbij de bodem wordt geopend.

NB Voor de stikstofgebruiksnorm voor groenbemesters op klei moet de groenbemester voor 1 september zijn gezaaid en minimaal acht weken aantoonbaar worden geteeld!

Aaltjesbestrijding

Groenbemesters kunnen aaltjes bestrijden, maar ook als waardplant dienen. De juiste keuze van groenbemester is dus zeer belangrijk. Aaltjes kunnen:

  • Vermeerderen bij waardplanten
  • Afnemen bij resistente waardplanten
  • Niet vermeerderen

In onderstaand overzicht (Tabel 1) is te zien welke aaltjes afnemen en vermeerderen bij verschillende groenbemesters.

schermafbeelding-2016-12-22-om-12-23-54

Tabel 1: Aaltjes reductie of vermeerdering op de verschillende groenbemesters

2. Beheer groenbemesters

Bodembedekking

Wanneer de bodembedekking gebrekkig is, door watertekort of slechte zaai, hebben onkruiden de kans om op te komen. De onkruiden vermeerderen vaak weer de aaltjes die met de groenbemester bestreden zouden worden. Het is dus van belang de groenbemesters te beregenen bij droogte en goed te zaaien.

Proeven op praktijkbedrijf Geling in Oploo laten zien dat groenbemesters een betere grondbedekking geven wanneer wordt ingezaaid met een zaaikouter (fig. 1 en 2). Na drie weken is de grondbedekking al 18% hoger ten opzichte van groenbemesters gezaaid met schijvencultivator met zaaibak met zaaiplaatjes. Dit komt onder andere door het hogere plantaantal per m2, met gemiddeld 51 planten meer. De hogere plantdichtheid is van groot belang voor o.a. onkruidbeheersing.

Om de groenbemester optimaal te benutten is het van belang de groenbemester op het juiste tijdstip te zaaien. Zo wordt het stikstof niet opgevangen wanneer de groenbemester niet voldoende ontwikkeld is. Ook is de werking van Tagetes tegen Pratylenchus niet optimaal als het later dan eind juni gezaaid wordt. De uiterste zaaidatum hangt af van de groenbemester (Foto 2). Sommige groenbemesters, zoals Engels en Italiaans raaigras, kunnen ook onder de dekvrucht worden ingezaaid. Let hierbij wel op dat de groenbemester niet boven het gewas uit groeit, wat problemen geeft bij de oogst.

japanse haver grondbedekking zaaimethode

Foto 2: Grondbedekking van Japanse haver na twee zaaimethodes

 Moment en omstandigheden voor de zaai

Denk bij zaai aan mestwetgeving, stikstof gebruiksnormen en het doel van de teelt:

  • Juli/aug : zomer teelt vaak na vroeg ruimend gewas of aaltjes beheersing
  • Aug: vroege stoppel na granen
  • Sept/ok: herfst zaai na mais en andere gewassen

Wanneer de groenbemester stikstof de winter door moet brengen kan het later gezaaid worden dan wanneer het doel is om aaltjes te bestrijden. Iedere groenbemester heeft een optimale zaaiperiode en –omstandigheden zoals diepte, N-gift en zaaidichtheid (tabel 2). Om de positieve effecten van groenbemesters optimaal te benutten is het belangrijk de omstandigheden aan te passen aan de groenbemester.

 

schermafbeelding-2016-10-24-om-13-30-33

Tabel 2: Optimale zaaiomstandigheden van enkele groenbemesters

Groenbemesters inwerken

De stikstof die is opgenomen tijdens de ontwikkeling van de groenbemester komt na inwerken langzaam beschikbaar voor het volggewas. Om te voorkomen dat de stikstof te vroeg vrij komt en alsnog uitspoelt het van belang de groenbemester laat in te werken. Een keerzijde hiervan is dat de kans op gunstige weers- en bodemomstandigheden afneemt. Groenbemesters kunnen het best droog en goed over de bouwvoor verdeeld worden ondergeploegd, anders bestaat de kans dat de plantresten een compacte zure laag vormen. Voor een goede verdeling van een fors ontwikkeld bladrijk gewas kan een voorbewerking, zoals klepelen, nodig zijn. De groenbemester dood spuiten wordt sterk afgeraden, zeker in grondwaterbeschermingsgebieden.

 

Voor meer informatie over de eigenschappen groenbemesters zie:

Reacties zijn gesloten.